Hondenvoeding
Koolhydraten:
Koolhydraten heten in de volksmond SUIKERS. Een koolhydraat is opgebouwd uit chemische skeletten (molecuul) van 6 koolstof atomen. Een suiker kan opgebouwd zijn uit meerdere moleculen. Zo hebben we: enkele suikers: glucose, fructose en galactose dubbele suikers: sucrose of saccarose (riet en biet suiker) en lactose (melksuiker), poly suikers: zetmeel, glycogeen en cellulose. Een suiker is pas op te lossen in het bloed (en dus om te zetten in energie door de cellen) als het helemaal is afgebroken tot losse moleculen. Hoe meer moleculen hoe moeilijker oplosbaar en dus moeilijker te verteren.
Expanderen:
Zetmeel wordt in de darmen eerst afgebroken tot grote brokstukken suiker, daarna tot dubbelvoudige suikers en tenslotte tot glucose, waarna het kan worden opgenomen in het bloed. Cellulose kan, door afwezigheid van bacterieflora (zoals bij de koe), door de hond niet worden afgebroken. Door verhitting, malen of hakken kan de hond cellulose wel verteren. Ook door expanderen (= drukwisseling) kan cellulose afgebroken worden. Een geexpandeerde brok is dus goed door een hond te verteren.
Lactose:
Lactose wordt door het enzym lactase omgezet in galactose en glucose. Op oudere leeftijd neemt de productie van lactase bij de hond af en wordt melksuiker niet meer verteerd en gaat laxerend werken. Dit kan voorkomen worden door de hond van pup af aan melk (of andere melkproducten) te blijven geven zodat het lichaam lactase blijft produceren. Het is onverstandig om uw kat melk van koeien te geven aangezien dit lactose bevat. De katten kunnen lactose niet verteren, die kan diarree veroorzaken.
Insuline:
Onder invloed van het hormoon insuline wordt suiker door de cellen omgezet in energie. Een deel van het suiker wordt tijdelijk opgeslagen en een ander deel wordt benut voor de opbouw van lichaamsvet Als de hond geen of onvoldoende insuline heeft lijdt hij aan "suikerziekte" of diabetes.
Ruwvezel:
Op de analyse van hondenvoeders vind je de hoeveel "ruwvezel" dat het voer per 100 gram bevat Cellulose en Keratine vormen samen dit ruwvezel. Het is in principe onverteerbaar, maar wel noodzakelijk voor een goede darmperistaltiek (samentrekking). Bovendien houdt cellulose water vast. Een tekort aan ruwvezel veroorzaakt darmverstopping en te veel ruw vezel veroorzaakt diarree en uitdroging.
Gaatjes:
Een hond heeft, anders dan bij de mens, in zijn speeksel geen enzymen die alvast gaan beginnen met het afbreken van suikers. Daarom kunnen honden ook geen gaatjes krijgen in hun tanden. Echter koekjes die eigenlijk niet bestemd zijn voor honden, veroorzaken wel veel aanslag!!!
NORM: een voeding waarvan de helft van de kilocalorieen wordt geleverd uit koolhydraten voldoet zeer goed.
AII-Meat-Syndroom:
Als een hond alleen maar vlees zou eten krijgt hij het AII-meat-syndroom door te veel eiwitten en te weinig overige voedingsstoffen. Symptomen zijn: broze botten, slechte tanden, jodium te kort, onjuiste calcium-fosfor verhouding en slechte afweer. Het AII-meat-syndroomm wordt ook wel Proteinecaloriedeficientie genoemd.