Voedingsinformatie
MINERALEN
Mineralen en sporenelementen zijn simpel gezegd zouten die nodig zijn voor de opbouw van het lichaam of ze hebben een belangrijke taak bij het uitvoeren van bepaalde lichaamsfuncties.
Deze zouten zijn altijd opgebouwd uit 2 componenten: een zuurrest en een metaal. Het verschil tussen mineralen en sporenelementen is dat mineralen ook wel macro-elementen (meer dan 0,01 % in het lichaam) worden genoemd en sporenelementen noemen we ook wel micro-elementen (minder dan 0,01 % in het lichaam).
Middels de onderstaande tabelletjes maken we een uiteenzetting van de verschillende zuurresten en metalen voor de macro- en micro-elementen, waar zij in voorkomen en wat hun functie is.
Zuurresten voor macro-elementen:
chloor (CL) | keukenzout | - vochthuishouding - onderdeel maagzuur - prikkelgeleiding zenuwen |
zwavel (S) | aminozuren | - opbouw huid, nagels en haren |
fosfor(p) | ruwe as | - opbouw tanden en botten - belangrijk is verhouding tot Calcium! |
Zuurresten voor micro-elementen:
jodium | zout |
schildklierwerking |
fluor | opbouw tandemail. Te veel is giftig | |
cobalt (CO) | Vitamine B12 en wordt in de darmflora geproduceerd | |
seleen (Se) | door een te kort sterven levercellen af en ontstaat spierdystrofie |
Metalen voor micro-elementen:
Koper(Cu) | opbouw rode bloedcellen | |
Mangaan (Mn) | belangrijk voor vorming van uraeum uit ammoniak en CO2 | |
zink (Zn) |
belangrijk voor het enzym dat in de longen CO2 vrijmaakt uit het bloed |
Verder zijn er: molybdeen (mo), borium (B), broon (Br) en chroom (Cr) waarvan de werking niet helemaal bekend is. Wat NIET in het eten mag voorkomen is: lood (Pb) en kwik (Hg) omdat deze giftig zijn.
Metalen voor macro-elementen:
natrium (Na) | keukenzout | vochthuishouding, prikkelgeleiding zenuwen |
kalium (K) | keukenzout | vochthuishouding, prikkelgeleiding zenuwen |
magnesium (Mg) | enzymen - prikkelgeleiding van zenuwen op spieren | |
ijzer (Fe) | bloed en rood vlees - opbouw rode bloedcellen | |
calcium (Ca) | kalk | opbouw tanden en botten, prikkelgeleiding zenuwen, hulpstof bij bloedstolling |
Voeding
De voeding omvat vele voedingsstoffen die echter in 6 belangrijke groepen zijn onder te verdelen: eiwitten, vetten, koolhydraten, mineralen, vitaminen en water. Zonder water is leven onmogelijk, water bevat in principe geen extra nutrienten tenzij bronwater gebruikt wordt, dit kan rijk zijn aan bepaalde mineralen. DIT IS ECHTER NIET NOODZAKELIJK
Eiwitten
Eiwitten zijn te beschouwen als een kralensnoer, opgebouwd uit verschillende aminozuren (de kralen). De hoeveelheid en de soort aminozuren bepalen de eigenschappen van het eiwit. Belangrijk voor de opbouw van weefsels is de aanwezigheid van stikstof in alle aminozuren. Eiwitten vervullen vele functies in het lichaam, het zijn belangrijke bouwstoffen van weefsels, hormonen en enzymen. Verder vervullen ze een belangrijke rol bij onder andere: de waterhuishouding, de afvoer van giftige stoffen en het in stand houden van een goede afweer. Eiwitten kunnen zowel van plantaardige (granen, peulvruchten, biergist) als dierlijke (vlees, vis, gevogelte, eieren) herkomst zijn... Het verhaal dat veel eiwit slecht is voor honden is allang achterhaald, als het om de groei gaat.. Veel eiwit draagt juist bij tot een betere gezondheid. Tekorten leiden tot bloedarmoede, een lagere weerstand, verlies van spierweefsel, etc.. Een tekort wordt niet alleen veroorzaakt door een onvoldoende opname maar kan ook door een verhoogde afbraak optreden. Vele vormen van stress (belasting van de hond, geestelijk of lichamelijk) kunnen dit veroorzaken. Wel kan een teveel aan eiwitten als de hond het niet verbruikt, leiden tot een reactie / allergie / intolerantie. Dit uit zich vaak door rode huid bultjes en veel jeuken.
Vetten
Veruit de belangrijkste functie van vetten is het leveren van energie. Daarnaast zijn het de leveranciers van de onverzadigde vetzuren (ovz). Vetzuren vervullen belangrijke functies in het zenuwstelsel en onder andere bij de stofwisseling van de huid. Vetten in de voeding zijn zeer goed verteerbaar voor de hond, in het algemeen wordt 95 - 98% verteerd. Honden hebben, net zoals de mens een voorkeur voor vet in de voeding en wordt daarom vaak als "smaakmaker" in de voeding toegepast. Ook is er vet in voeding nodig omdat dan de vitamines beter kunnen worden opgenomen.
Koolhydraten
Koolhydraten zijn altijd afkomstig van plantaardig materiaal. Zetmeel en suiker zijn bekende voorbeelden van koolhydraten. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen verteerbare koolhydraten (zetmeel, kleine suikers) en niet-verteerbare koolhydraten (cellulose, pectine) afkomstig van plantaardige celwanden en vezels. Koolhydraten bevorderen het transport van de voedselbrij in de darm (de darmpassage) door stimulatie van de darmwand. Als nadeel vergroten zij de hoeveelheid ontlasting, ook al omdat ze behoorlijk wat vocht vasthouden.
Mineralen
Mineralen spelen wat betreft hoeveelheid een geringe rol maar ze zijn absoluut onmisbaar. Juist omdat het om kleine hoeveelheden gaat, zijn fouten makkelijk gemaakt. Mineralen worden onderverdeeld naar macro- en micromineralen oftewel de sporenelementen. Calcium (Ca) en Fosfor (P) zijn bekende macromineralen. Zij vervullen een belangrijke rol bij de opbouw van het skelet en moeten, afhankelijk van het fysiologisch stadium, in een vaste onderlinge verhouding in de voeding aangeboden worden. Als fosfor van plantaardige afkomst is kan deze vaak niet worden opgenomen uit de voeding omdat dit fosfor in een niet opneembare vorm (phytaat) is vastgelegd. Andere belangrijke macro-elementen zijn: Magnesium (Mg) (skelet, enzymen), Natrium (Na), Kalium (K) en Chloor (Cl). Enkele voorbeelden van micro-elementen zijn: IJzer (Fe) (bloed, zuurstoftransport), Koper (Cu) (pigmentvorming, bloed), Zink (Zn) (enzymen, huid), Mangaan (Mn) (enzymen), Jodium (I) (schildklierhormoon) en Selenium (Se) (spierweefsel, antioxidant).
Vitaminen
Vitaminen kunnen zowel van plantaardige als dierlijke herkomst zijn. Het is gebruikelijk om vitaminen onder te verdelen en wel in wateroplosbare- en wateronoplosbare vitaminen. Ook vitaminen zijn slechts in kleine hoeveelheden nodig en een aantal kan de hond zelf maken. Enkele belangrijke vitaminen zijn hieronder met hun functie weergegeven.
De belangrijkste functies van enkele vitaminen:
functie bij | tekort | overmaat | |
Vitamine A | voortplanting, huid en ogen | reproductiestoornissen, nachtblindheid | afwijkende botstofwisseling, vitamine K deficientie |
Vitamine D3 | botstofwisseling | afwijkende botstofwisseling | niermalfunctie |
Vitamine E | met Se bescherming spiercel, antioxidant | spierdystrofie | - |
Vitamine K | bloedstolling | bloedingen | - |
Vitamine C | Collageenstofwisseling weerstand slijmvliezen | bindweefselbeschadiging, levernecrose | - |
Vitamine B1 (Thiamine) | koolhydraatstofwisseling, zenuwstelsel | anorexia, circulatiestoornissen, diarree atrofie, voortplantingsorganen | - |
Vitamine B2 (Riboflavine) | katalysator, energieproductie, eiwitstofwisseling | groeivertraging, circulatiestoornissen | - |
PP (Niacine) | weerstand huid en slijmvliezen | diarree | - |
Vitamine B3 (Pantoteenzuur) | onderdeel coA, Krebscyclus | alopecia | - |
Vitamine B6 (Pyridoxine) | katalysator eiwitstofwisseling | huid- en hematologische problemen | - |
Biotine | katalysator vetzuursynthese | vacht- en huidproblemen | - |
Foliumzuur | katalysator AZ-synthese | hematologische problemen | - |
Vitamine B12 (Cuanocobalamine) | katalysator cystine/ methiorinestofwisseling | anemie en groeistoornissen | - |
VETTEN
Vetten bestaan uit een verbinding van Glycerol en 3 vetzuren. Gal (geproduceerd door de lever) zorgt dat vet eerst uiteen wordt geslagen tot kleine druppeltjes waarna Lipase (een enzym) de koppeling tussen glycerol en de vetzuren los maakt waardoor het geheel oplosbaar wordt en kan worden omgezet in energie in de lichaamscellen.
Verzadigde vetzuren: - boterzuur (b.v. boter) - palmitinezuur (b.v. toiletzeep) - stearinezuur (b.v. kaarsen) |
Enkelvoudig onverzadigde vetzuren: - oliezuur (b.v. paardenvet) |
Meervoudige onverzadigde vetzuren of essentiele vetzuren: - linolzuur - linoleenzuur (kan een hond zelf maken) - arachidonzuur (kan een hond zelf - galzuur zouten maken) |
Sterolen: Dit zijn ook vetten, maar met een andere chemische structuur: - cholesterol - ergosterol (provitamine D2) - bijnierschorshormonen - geslachtshormonen |
Functies van het vet:
1) smaak en structuur
2) vitamines A, D, E en K zijn oplosbaar in vet
3) reservevoedsel opgeslagen in lichaamsvet
Nevenfuncties van dit lichaamsvet zijn:
a) onderhuids bindweefsel voor bescherming, isolatie en vormgeving
b) bescherming van vitale organen zoals hart, nieren en ogen
c) steun: b.v. teenkussentjes
4) vetten en eiwitten zorgen voor de opbouw van de cellen
5) essentiele vetzuren zorgen voor een gezonde huid en beharing
6) arachidonzuur is werkzaam in de huid, maar komt nauwelijks in het voedsel voor. De hond maakt dit zelf uit linolzuur met behulp van Vitamine B6.
Ranzig:
Vetten, met name de onverzadigde vetzuren, kunnen ranzig worden of gaan oxyderen. Ranzige vetten hebben geen voedingswaarde meer. Dit kan worden tegen gegaan door het voer koel, droog en donker te bewaren of met anti-oxydantia:
- Etoxikine (landbouwgif)
- Butyl-hydroxy-anisol (BHA)
- Butyne-hydroxy-tolueen (BHT)
- Vitamine C (natuurlijk middel)
- Citroenzuur (natuurlijk middel)
NORM: Een voer waarvan 25% van de kilocalorieen geleverd wordt door vetten waarvan 5% door essentiele vetzuren voldoet zeer goed.
VITAMINEN EN WATER
Vitamines zijn hulpstoffen die het lichaam nodig heeft om bepaalde functies te kunnen uitvoeren.
Vitamine A of Retinol is in vet oplosbaar en zit in: visolie, eierdooier, planten kaas, boter, melk en room. Bij een gebrek aan Vitamine A ontstaan groeistoornissen, vatbaarheid voor ziekten, stoornissen in het Zenuwstelsel en het voortplantingsapparaat, volume toename van de botten. nachtblindheid tot blindheid en verhoorning van het ooghoornvlies.
Behoefte: 100 I.E. per dag per kilogram lichaamsgewicht. 1 I.E. van Vitamine A is 0,3 µg-gram (microgram).
Vitamine B1 of Thiamine is in water oplosbaar en zit in vlees, bonen, groene groenten, melk en ei.
Bij gebrek aan Vitamine B1 ontstaan er stoornissen in het zenuwstelsel, huid en bloedvorming.
Thiamine wordt vernietigd door antivitamine Thiaminase Dit zit in rauwe zoetwatervis en in rauwe haring. Koken vernietigd de Thiaminase.
Vitamine B4 of Choline is oplosbaar in water. Het heeft een lipotrope eigenschap (remt vetafzetting in de lever) en stimuleert de parasympaticus (onderdeel van het centrale zenuwstelsel).
Vitamine B5 of Nicotinezuur is in water oplosbaar. Bij gebrek aan Vitamine B5 ontstaat het "black-tonguedisease" en dat is een afwijking aan de slijmvliezen in de mond en tong.
Vitamine B6 of Pyrodoxine is in water oplosbaar en zit in lever, nier, melk, ei, gist en rijst. Het zorgt voor omzetting van linolzuur naar arachidonzuur (zie vetten). Bij gebrek aan Vitamine B6 ontstaan o.a. huidaandoeningen.
Vitamine B12 of Cobalamine is in water oplosbaar en zit in vlees en sommige plantensoorten. Het zorgt voor de opbouw van RNA en DNA (eiwitten in de celkern) en is werkzaam bij de vorming van rode bloedcellen.
Vitamine C of Ascorbinezuur is oplosbaar in water en zit in verse groenten en fruit De hond kan zelf vitamine C maken. Extra Vitamine C geven als hij zelf al genoeg maakt is zinloos. Echter als hij zelf niet voldoende maakt en dus te weinig Vitamine C heeft veroorzaakt dit scheurbuik (bloedinkjes in slijmvlies van mond en tandvlees) Vitamine C heeft ook invloed op de botontwikkeling en honden die lijden aan HD of stramme stijve benen hebben mogen extra Vitamine C toegediend krijgen.
Vitamine D of Calciferol is oplosbaar in vet en zit in levertraan, eieren en plantaardige olien. In planten zit ergosterol, een pro-vitamine D dat bij de mens in de huid o.i.v. zonlicht wordt omgezet in Vitamine D. Bij honden is hiervan niet of nauwelijks sprake. Een te kort aan Vitamine D veroorzaakt Engelse ziekte of te wel Rachitis.
Te veel aan Vitamine D veroorzaakt dat calcium aan het bot wordt onttrokken en er ontstaat een pijnlijk, ruw botoppervlak. Calcium slaat dan ook neer op hart, longen en nieren waardoor deze problemen krijgen met functioneren.
Behoefte per dag: minstens 7I.E. per kilogram lichaamsgewicht, voor Pups 3 keer meer. 1I.E. - 0,025 µ -gram (microgram).
Vitamine E of Alfa Tocoferol is oplosbaar in vet en gezonde honden hebben hiervan altijd een voorraadje opgeslagen in de lever. Een te kort veroorzaakt spierdystrofie, maar twijfelachtige tekorten zijn slechts enkele malen gezien bij racing Greyhounds.
Vitamine H of Biotine is oplosbaar in water en zit in veel voedingsmiddelen (vooral in gist) en is een co-enzym.
Bij gebrek aan Vitamine H ontstaan groeistoornissen, huidproblemen, stoornissen in het zenuwstelsel en de vochthuishouding.
Het wit van een ei bevat adivine dat biotine vernietigt. Door het ei te koken vernietig je avidine.
Vitamine K is oplosbaar in vet en zit in spinazie, vismeel en wortelen. Vitamine K is belangrijk voor de aanmaak van prothrombine (stollingseiwit) in de lever en wordt gemaakt door de colibacterien in de darmen. Een te kort aan Vitamine K veroorzaakt hemofilie (bloederziekte).
WATER
Omdat het lichaam van de hond voor het grootste gedeelte uit water bestaat moet er voldoende vers water tot zijn beschikking staan. Een hond heeft per dag 20 tot 60 ml water nodig per kilogram lichaamsgewicht
EIWITTEN
Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren die op hun beurt weer opgebouwd zijn uit koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof. Sommigen ook met zwavel. We kennen een 20-tal aminozuren waarvan de meeste de hond zelf niet kan maken en daarom moeten zij iedere dag in zijn voedsel voorkomen. Onderstaande een rijtje van essentiële eiwitten die in het voedsel moeten zitten:
Essentiele eiwitten
- lysine - threonine
- trypophaan - valine
- methionine (zwavelhoudend) - cystine (zwavelhoudend)
Proteasen
Proteasen zijn de enzymen die nodig zijn om eiwitten af te breken.
- pepsine is het enzym in de maag
- tripsine en chymotripsine zijn de enzymen in de 12-vingerige darm
- erepsine is het enzym in de dunne darm
Niet verteerbaar: Keratine (huid, haar en nagels)
Slecht verteerbaar: Callogeen (been, kraakbeen, bindweefsel)
Aminozuren passeren snel de darmwand. Achtergebleven aminozuren worden door rottingsbacterien omgezet; Lysine in cadaverine en Tryptophaan in indoL Beiden bepalen het H2S-gas, dat de ontlasting geurt.
Passage van totale eiwitten door de darmwand is onmogelijk. Behalve bij pups in hun eerste 24 tot 48 uur. Dan kunnen globulines (afweer eiwitten) opgenomen worden uit het biestmelk of colostrum.
Gedesamineerde eiwitten
Dit zijn eiwitten die lijken op vetzuren en suikers. Deze eiwitten zijn omgebouwd tot lichaamsvet.
Functie van eiwitten:
1) bouwstoffen voor de productie van lichaamseigen eiwitten;
2) heeft het lichaam geen behoefte aan bouwstoffen dan koppelt de lever het stikstof af, waardoor ammoniak ontstaat. Ammoniak is een gif en wordt derhalve omgezet in het niet-giftige urine dat via de nieren het lichaam verlaat.
Biologische waarde:
De biologische waarde is de indicatie voor de aanwezigheid van essentiele eiwitten. Deze moet minimaal 60 zijn.
Als we gaan kijken naar de verschillende soorten voedingsmiddelen dan komen we uit op de volgende biologische waardes (BW):
Kippenei = BW 96
Rundvlees = BW 76
Varkensvlees = BW 79
Vis = BW ruim 80
Verhitte sojabonen = BW 75
Aardappelen = BW 71
Erwten = BW 48
Bonen = BW 38
Complementeren is het toevoegen van eiwitten om het BW te verhogen.
NORM: tussen de 25 en 30% van de benodigde kilocalorieen moet uit eiwitten gehaald kunnen worden.
In een aantal gevallen is het namelijk zo dat wanneer de kwaliteit van de dierlijke eiwitbron hoog is, het aandeel laag is. De meeste dierlijke eiwitbronnen van hoge kwaliteit hebben namelijk een hoog aandeel eiwit. Dit houdt in dat er minder van opgenomen kan worden omdat anders het eiwitgehalte in het eindproduct te hoog zou worden.